Wijnhaven 4
www.achterdegevelsvandelft.nl
Vroeger apothekers, later drogisten NB: Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Tot ver in de 20e eeuw was op het adres Wijnhaven 4 drogisterij ‘De Karper’ gevestigd waar onder meer pillen, zalfjes en pleisters werden verkocht. Ook vroeger hielden eigenaren/bewoners zich hier al bezig met de gezondheid van mensen. Hippolytusbuurt, Voorstraat, Wijnhaven en de omgeving, dat was het stukje stad waar tot 1900 veel barbiers, chirurgijns en apothekers gevestigd waren. Al rond 1460 wordt een zekere Jacob Favier vermeld als “appotekaar aan de Wijnstraat”. Tegenwoordig bestaat het adres Wijnhaven 4 niet eens meer. Het is een hal met de geldautomaten van de Rabobank. Het huisnummer ontbreekt. De bewoners van de appartementen erboven hebben een ingang op nummer 8. Maar eeuwenlang was het een echte winkel.

In 1543
Tijdens het innen van de 10e penning in 1543 wordt als bewoner “Jan Knijff apteeker” genoemd. Hij betaalde 30 pond huur per jaar.
In 1561 is mr. Zweer hier te vinden. De toevoeging “mr.” kan erop duiden dat het om een een chirurgijn gaat. Een chirurgijn deed het praktische medische werk, onder toezicht en vaak in opdracht van een medicus, zoals aderlaten, operatieve ingrepen, klisma’s geven, kiezen trekken, etc. In 1585 wordt de weduwe van mr. Zweer Lambrechtsz  als eigenares vermeld, en na haar de weduwe van de chirurgijn Jan IJsbrantsz.
Zij verhuurt in 1600 het pand aan de suikerbakker Adriaen Heindricxz. Het heeft dan 3 haardsteden en 1 ‘forneys’. In die tijd was dat veel. Het ging dus om een flink huis.
Het lijkt vreemd: een suikerbakker met een oven na een apotheker en een chirurgijn. Maar apothekers verkochten toen behalve geneesmiddelen, kruiden en specerijen ook koek, wijn, confituren, suiker en banketwerk, zodat een suikerbakker als opvolger niet hoeft te verbazen.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Niet zo lang geleden nog een drogisterij, met de drogist voor de zaak. (Foto Erfgoed Delft Gemeentearchief)

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Lang geleden woonden hier chirurgijns. Op deze gravure is er een aan het werk.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Michiel van Mierevelt en zijn zoon Pieter maakten deze Anatomische Les in 1617. Linksboven arts Van Moerkercken, die aan de Wijnhaven praktijk hield. (Collectie museum Prinsenhof)

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Een uitvergrote chirurgijn Assueres van Moerkercken, die hier praktijk hield.

Van Moerkercken
Van dit huis is helaas geen oude naam bekend. Misschien komt dit doordat het nog in 1600 een geheel vormde met nummer 5. Toch moet het als zelfstandig huis gebouwd zijn. Dat valt af te leiden uit de aanwezigheid van een "osendrop"  tussen nummers 4 en 5. Een osendrop is een ruimte van ca 20 cm tussen buurhuizen die in de middeleeuwen was voorgeschreven ter voorkoming van brandoverslag.
Tijdens de restauratie werd
een raampje gevonden in een noordelijke zijmuur. Dat duidt
erop dat het buurhuis nummer
5 na de bouw is verhoogd, vermoedelijk rond 1600.
(Foto Wim Weve, Monumenten-
zorg gemeente Delft)
Bovendien werd via die ruimte het regenwater afgevoerd. Er waren toen nog geen dakgoten. Die bouwwijze stamt nog uit de tijd dat de stad voornamelijk uit houten huizen bestond. Een andere aanwijzing is het restant van een zijraampje in de zijgevel naast nummer 5 (zie foto).

De weduwe Jan IJsbrantsz verkoopt haar huis aan Gerrit IJsbrantsz. Misschien familie, dat is niet duidelijk. De weduwe van Gerrit draagt haar eigendom in 1608 over aan de chirurgijn mr. Assueres Jacobsz van Moerkercken. Het kan zijn dat ook hij bij de familie hoorde, want de weduwe van Jan IJsbrantsz heette Maritgen Assueres (bij de aankondiging van haar ondertrouw staat vermeld dat zij “van de Koornmarkt” komt.)

Anatomie van Leyden
Of alle eigenaren ook in het huis woonden (en werkten) is niet altijd bekend. Maar Assueres van Moerkercken had als chirurgijn in het voorhuis zijn winkel met  “zoo instrumenten, glasen, potten, beckers en andere tot de chirurgie dienende”. In het vertrek hing  ook een prent van de Anatomie van Leyden.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Van Moerkercken had een prent van de
Anatomie van Leyden in zijn voorhuis hangen.
(Collectie Museum Boerhaave)

Van hem weten we meer: hij trouwde 1607 met Magdalena Vatenel uit Brugge en in 1615 voor de tweede keer met brouwersdochter Engeltje van der Houve. Het huis was bij de overname met diverse renten belast, waaronder een jaarlijkse rente van honderd gulden voor de weeskinderen van mr. Gerrit IJsbrantsz en een rente van  18,50 gulden per jaar voor mr. Pieter van Foreest, die tijdens zijn verblijf in Delft de stadsdokter was.
Vanaf 1608 was Van Moerkercken ook chirurgijn van het Armen Weeshuis binnen Delft, waar hij volgens contract alle gebreken die daar zouden voorvallen, zoals ‘gebroecke beenen, armen, schuerbuijck, kinderpocken ende anderde, geen gebreck ofte accident uijtgesondert’ op verzoek diende te behandelen. Hij kreeg een jaarsalaris van 22 carolus guldens. Hij overleed in 1626 en werd begraven in de Oude Kerk. In de inventaris van zijn nalatenschap staat een lijst van 33 “jaarklanten” die hij dagelijks schoor onder wie vele namen van bekende welgestelde Delftse families.

Van Van Moerkercken is ook nog een lijstje met onbetaalde rekeningen bewaard gebleven. Uit die lijst kan worden afgeleid wat het kostte om een bepaalde kwaal te laten behandelen. Goedkoop was dat zeker niet. Er waren kennelijk behoorlijk wat patiënten, die geen zin hadden om te betalen, of die simpelweg het geld niet hadden. Molenaar Daen Lucasz uit de Klocksteeg bleef drie gulden schuldig voor de behandeling van “qaetfuer” op zijn arm. De zoon van Arent Wittekind, die naast de Nieuwe Kerk woonde, moest wel zeven gulden betalen voor dezelfde kwaal in zijn been. Sommige ziektes zijn voor ons moeilijk te herkennen. Maar apostuma is een Franse term en betekent abces. Dat had de kleindochter van van de timmerman Tonis Claesz, wonend Inde Bijenkorff aan het Rietveld, aan haar arm. Wat de behandeling zou moeten kosten, is niet ingevuld.
Een deel van zijn boeken ging naar mr. Cornelis van Moerkercken, chirurgijn te Curaçao.

Schoenmaker, timmerman, tinnegieter
Na Assueres van Moerkercken treffen we hier Aryen Abramsz de Lange, schoenmaker. Hij was in ieder geval rond 1648 eigenaar. Daarna ging Wijnhaven 4 over in handen van achtereenvolgens timmerman Gerrit van der Piet, Willem van Sijl, tinnegieter, Pieter van der Cost, lootgieter, en Nicolaes Middelwaert.

In 1710 kocht kunstschilder Pieter van Ruyven (1651-1719) het pand voor ƒ1725,-. Hij ging er wonen. Het buurhuis, nummer 5, was ook in zijn bezit. Hij was getrouwd met Barbara van Schinne (in 1673 in Schipluiden). Zij overleed in 1709, dus vlak voor Pieter naar Wijnhaven 4 verhuisde. Zijn broer, notaris Willem Jansz van Ruijven, woonde dichtbij, op Wijnhaven 10, nu Wilmers sigarenmagazijn. Pieter ging in de leer bij de Antwerpse barokschilder Jacob (of Hans) Jordaens en specialiseerde zich in plafondschilderingen. Onder meer in het Rijksmuseum (Amsterdam) en in de Lakenhal in Leiden is werk van hem te vinden.


Plafondschildering ‘Amerika’ door Van Ruyven.
Collectie Museum Lakenhal

Plafondschildering Afrika.
Collectie Museum Lakenhal

De broers Van Ruyven hadden ook nog een achterneef, Pieter Claesz van Ruijven, een rijke brouwerszoon, die bekend werd als de mecenas en patroon van Johannes Vermeer, en die een collectie van zo’n twintig schilderijen van Vermeer in bezit had.

Na de dood van Pieter bleef Wijnhaven 4 in de familie en werd pas in 1776 door zijn kleindochter – die zelf aan het Oude Delft woonde met twee dienstmeiden - verkocht aan Jacobus Swaal. In de koopbrieven van de achttiende eeuw wordt het huis aangeduid als staande „digt bij de Touwbrugge". Dat klopt, want dat is de naam van de brug tussen de Wijnhaven en Oude Langendijk.

Van de familie Boelens
In 1787 is het pand van twee broers, Leonardus en Francis Boelens, die er een winkel hebben. Weer zal het huis lang in dezelfde familie blijven. De twee broers kwamen uit Soerendonk in Brabant en zijn later weer terug gegaan. Door vererving blijft het pand in de familie. Verscheidene zonen en dochters Boelens trouwden met leden van de familie Jansse van Mierlo, ook uit Soerendonk. Zowel de naam Boelens als  Jansse van Mierlo komen we tegen aan de Wijnhaven met een winkel in verf, vensterglas en later ook drogeriën. Vermoedelijk is deze nering door de twee broers opgestart.


Op de kaart Figuratief zien we de achterkant van de Wijnhaven of Wijnstraat. De Touwbrugge wordt genoemd.
Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
In 1832 was de Peperstraat heel smal en stond er een huis extra aan de Wijnhaven.
Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Aan de grootte van het perceel is weinig veranderd.


Zelfportret Pieter van Ruyven, 1679.
Bron RKD.


Pluimvee door Van Ruyven.
Collectie Rijksmuseum.

Glasverkopers
In 1836 wordt Francina Boelens eigenares voor de helft. In de koopakte wordt zij glasverkoopster genoemd. In 1845 doet zij haar helft over aan Theodorus Jansse van Mierlo, ook al glasverkoper.Theodorus koopt van de andere erfgenamen nog het resterende deel (59/120e deel, 1/120 had hij al).
Uit 1839 zijn een aantal huurders bekend, zoals een gepensioneerde majoor, officieren, een kandidaat-notaris, en een redacteur van “De Opmerker”, de heer Victor Tydeman uit Amsterdam. Hij trouwde in Delft met een dochter van de directeur der Stads Bank van Lening en vertrok een jaar later met haar naar Wiesbaden.
In 1846 gaat de eigendom naar Hendrika Maria Francina Smits die daarna trouwt met Frances Jansse van Mierlo. Zelf woont zij tijdens de koop aan de Singel te Delft maar de zaak aan de Wijnhaven blijft gewoon bestaan. In 1866 is er een winkel in glaswaren in gevestigd – nog steeds.

Twee keer geveild
In 1868 wordt het pand geveild, en in 1897 gebeurt dat opnieuw. De beschrijving in de advertentie uit 1897 in de Delftsche Courant luidt als volgt:

Winkelhuis met erf waarin gedurende tal van jaren de handel in verfwaren, drogerijen en vensterglas met goed gevolg is uitgeoefend aan de Wijnhaven no 4 nabij de Pepersteeg te Delft; sectie D no 405 groot 1 are 58 centiaren, bevattende beneden winkel met toonbanken, opstand en kantoortje, doorlopende gang, binnenkamer. Doorloop met alkoof, achterkamer en binnenplaats. Boven ruime voorkamer met groot alkoof, keuken en achterkamer. Op de hogere verdieping zolder met voor- en achtervertrek, nog een zolder met vertrekje. Voorts achtergebouw met kamer en  keuken, waarboven drie kleine vertrekken. De meeste kamers zijn van stookplaatsen en kasten voorzien terwijl zich in dit huis vele gemakken o.a. gas- en waterleiding bevinden.
In eigen gebruik
Grondbelasting 1897 f 46,93

Een winkelhuis dus, en het wisselt hierna vaak van eigenaar. In 1922 wordt er weer geveild. De beschrijving van het pand is nu:

Winkelhuis aan de Wijnhaven 4.
Winkel met kantoor, achterkr, open plaats, magazijn, wc.
1e etage: voorkr-alkoof-achterkr, gang, keuken, wc.
2e etage: voorkr-3 slaapkrs, gang, zolder met afgeschoten kamertje.
Grondbelasting f 86,52 Straatbelasting f 21. Aanvaarding 1 augustus 1922

Waarschijnlijk na de laatste verkoop zal de nieuwe eigenaar het pand grondig aangepakt hebben. De voorgevel is kort voor 1900 vernieuwd en verhoogd en wel zo dat het lijkt of er een extra verdieping op het pand gekomen is. De dakconstructie erachter is echter nog 16e eeuws en de overwelfde kelder bleek bij opgraving uit de 15e eeuw te stammen.
In de jaren '90 kwam onder een verlaagd plafond een gaaf Jugendstil plafond (zie foto) te voorschijn, ook dateren van rond 1900. De originele pastelkeuren waren nog aanwezig.

Familie Karper
Tijdens al die wisselingen blijft de winkel er gevestigd en die wordt vanaf 1898 gedreven door de familie Karper. Jacob Karper kwam in 1898 naar Delft. Zijn zoon en later de heer Van den Berg zullen de zaak tot omstreeks 1990 voortzetten. Langzamerhand wordt het wel steeds meer een speciaalzaak in artikelen voor de gezondheid. Er kwam een gaper aan de gevel te hangen. Van “vensterglas” naar “verf en glaswaren”, dan naar “verfwaren, drogeriën en vensterglas” en tenslotte een drogisterij. Dat doet toch weer een beetje denken aan de barbier/chirurgijn mr. Zweer uit 1543.


Links het verdwenen hoekpand van de Gezusters Seuter, dan het huidige Wijnhaven 3, en rechts de drogisterij met de gaper boven de deur.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
In 1867, vlak voordat de winkel in 1868 werd geveild,
is deze foto gemaakt. Er werden glazen dakpannen
en spiegel- en vensterglas verkocht

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
De Wijnhaven na 1904. Wie heel goed kijkt kan in de gevelrij links een Gaper ontdekken.
(Foto www.delft-prentbriefkaarten.nl)

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Jugendstilplafond in originele kleuren, mogelijk geleverd door de Amsterdamse firma Silberling & Co
(Foto: Wim Weve, Monumentenzorg gemeente Delft)

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Deze gaper hing jarenlang aan de gevel van nr. 4
(Collectie Erfgoed Delft Gemeentearchief)

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
De begane grond is in 1994 uitgegraven.
Hier zijn de kelderbogen te zien.
(Foto Erfgoed Delft Gemeentearchief)

 

Els Emeis en George Buzing.
Aanvulling over Pieter van Ruyven: Wim van Veen
Nadere informatie over Wijnhaven 4
Geplaatst: 2009 / Laatste wijziging: 8 januari 2015
 
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft