Vlamingstraat 107
De internationale handel in slachtvee  
   
Zeven koeybeesten voor 46 gulden per stuk.

Veehandel in Delft vond plaats op de Beestenmarkt.
Sinds 1595 werd daar vee aangevoerd.
(Coll Archief Delft)

 
Al vanaf de vroege veertiende eeuw werden er ieder jaar grote tot zeer grote kuddes ossen vanuit Jutland in Denemarken op de hoef naar Nederland gedreven door ossendrijvers. Zij trokken vanuit Jutland door Noord-Duitsland, doorwaadden de Elbe en de Weser en kwamen daarna het huidige Nederland binnen via Oost-Groningen, Twente en het Montferland. Onderweg werd een deel van de ossen verkocht op de veemarkten van de plaatsen waar de kuddes langs trokken, want die wilden ook een graantje meepikken.
 
Eenmaal in Nederland trokken de kuddes langs verschillende routes naar Muiden en Amsterdam. Het ging hier om, zeker voor die tijd, grote aantallen slachtvee. In de tweede helft van de 16de eeuw bedroeg het gemiddelde aantal dieren dat in het voorjaar langs Hamburg trok, meer dan 40.000 stuks, in de eerste helft van de 17de eeuw was het jaarlijkse gemiddelde 33.000 en daarna dalen de aantallen met ongeveer de helft. In die tijd gaan de Denen steeds meer slachtvee per schip vanuit havens als Esbjerg direct naar West-Friesland verschepen, wat zijn weerslag had op de omvang van de kuddes die door Noord Duitsland werden gedreven. De ossen waren door hun lange mars of door de zeereis verzwakt en vermagerd, en werden gekocht door veehandelaren die de dieren lieten bijkomen en vetmesten voor de slacht op de veenweiden van voornamelijk Holland.
   

Deze handel in slachtvee was niet van risico's ontbloot, maar de mogelijke winst was navenant. Het vermoeden is dat Harmannus Taarling hiermee zijn vermogen heeft verdiend. In een van de geraad­pleegde notariële akten blijkt hij in de vroege jaren negentig van de 17de eeuw zeer regelmatig geld op te nemen. Het gaat meestal om bedragen van tientallen tot enkele honderden guldens. Bij één bedrag wordt vermeld dat hij 120 gulden heeft gebruikt tot het coopen van twee beesten. Ook koopt hij in 1691 zeven koeybeesten voor 46 gulden per stuk. Dit wekt de indruk dat een deel van de andere bedra­gen, waarbij niets wordt gezegd over het doel, eveneens zijn uitgegeven voor zijn zakelijke activi­teiten. Ook gaat hij regelmatig op reis naar verschillende bestemmingen, waaronder Amsterdam en Hoorn, steden die een belangrijke rol speelden in de internationale handel in slachtvee.

 
 
Lex Verbraeck  
   
laatste wijziging 01-04-2011  
terug naar het verhaal Vlamingstraat 107