Vlamingstraat 107, deel 2

De zwager van Johannes Vermeer in De Drie Taarlingen

 
   

Willem Bolnes mishandelde zijn moeder
Een van de eersten die in het nieuwe verbeterhuis van Taarling - de naam De Drie Taarlingen komt pas in de late 17de eeuw in zwang - werd opgesloten, was Willem Bolnes, zwager van de schilder Jo­hannes Vermeer. Willem had eerst in Gouda bij zijn vader gewoond, die zeer opvliegend en hard­handig was. Daarom vestigde de zoon zich in Schoonhoven waar hij land in bezit had. Kort na 1660 trok hij bij zijn moeder Maria Thins in, die met haar dochter Catharina en haar schoonzoon Johannes Vermeer aan de Oude Langendijk in Delft woonde. Het deel van Delft tussen de Oude Langendijk, de Molenpoort - nu Sint Jozefstraat voorheen Molenpoort - en de Burgwal stond bekend als de Papenhoek, want hier woonden veel gezinnen die, net als de familie Bolnes, rooms waren gebleven. Johannes Vermeer was overgegaan naar het katholicisme om met zijn vrouw te kunnen trouwen.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Eerste kadastrale kaart, 1832. Bij de Oosterstraat en Trompetstraat het Dolhuis (verbeterhuis).

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Van Deventer 16e eeuw. Dezelfde hoek van de stad.
Er zijn geen huizen ingetekend. Wel de stadspoort
en twee molen in de buurt.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Schilderij van de stadsbrand in 1536. Het lijkt of de schade in de hoek Oosterstraat/Vlamingstraat mee valt.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Getuige van gewelddadigheid. Vermeers zwager werd in De drie Taarlingen opgesloten, omdat hij zijn moeder sloeg en zijn zus en zwager bedreigde. Een dienstmeisje was erbij. Zij zou afgebeeld zijn op Vermeers schilderij De Melkmeid.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Arme mensen die problemen veroorzaakten werden opgesloten in Tuchthuizen, zoals deze aan de Geerweg in Delft of in Amsterdam, Dolhuis aan de Kloveniersburgwal.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Wie gewelddadig was werd opgesloten of opgehangen. Verdonck mocht naar een werkhuis.  Elsje Christiaens, die zich met een bijl verweerde tegen haar huisbazin, die met een bezemsteel sloeg, werd opgehangen. (tekening Rembrandt, Robert Lehman Collection)

 

De komst van Willem Bolnes naar Delft leidde al snel tot moeilijkheden, omdat de zoon net zo ge­welddadig bleek als zijn vader. Bij een ernstige familieruzie mishandelde Willem zijn moeder en be­dreigde zijn zwager en hoogzwangere zuster met een mes. Er was hulp van de buren nodig om onge­lukken to voorkomen, zoals blijkt uit een attestatie - getuigenverklaring - in het oud-notarieel archief.
Maria Thins, die in haar huwelijk al kennis had gemaakt met huiselijk geweld, was niet van zins dit ook van haar zoon to accepteren. Toen Willem bleef volharden in zijn gedrag, vroeg en kreeg zij toe­stemming om hem to confineren in het huis van Taarling. Zij wilde hem uit huis geplaatst hebben. Aan de Vlamingstraat werd Willem niet letterlijk in zijn kamer opgesloten.  Hij kon het verbeterhuis vrij in- en uitlopen. Dat leidde al snel tot problemen en ook daarover zijn er een aantal notariele akten gevonden, die een kijkje geven op de gang van zaken in het verbeterhuis van Taarling.

 

Dagelijkse leiding
De dagelijkse leiding lijkt in handen to zijn geweest van Annetge van Overgaeu, de moeder van Har­mannus Taarling - zij overlijdt er in 1670 - en van zijn vrouw Maaike Pieters van Catersveld, dochter van Pieter Wouters Catersvelt, oorspronkelijk meester-cuyper en later plateelbakker in De Porceleyne Bijl.
Het lijkt erop dat de vrouwen nog niet goed wisten hoe een verbeterhuis beheerd moest worden. Dat is hen natuurlijk niet euvel to duiden, want het ging om een nieuwe activiteit waarmee men in Delft weinig ervaring had. Zo kon Willem Bolnes 's avonds Marij Gerrits, een van de dienstmeiden, mee naar bed nemen als hem dat zinde.
Ook toen hij van plan was met zijn geliefde, aan wie hij trouw­beloften had gedaan en die een leugenaarster en dievegge wordt genoemd, wilde weglopen om met haar te trouwen, lukte dat zonder veel moeite. Willem kon zelfs een zware koffer uit het verbeterhuis slepen zonder dat iemand ingreep. Zijn moeder was des duivels over het voorgenomen huwelijk en slaagde erin haar zoon terug te halen naar Delft, waar hij opnieuw werd geconfineerd in het huis van Taarling, maar nu wel achter slot en grendel. Hij is daar ook overleden. De precieze datum is niet bekend.

 

Protest van Elisabeth Roscam
In mei 1672 komt Elisabeth de Coning, weduwe Roscam, uit Dordrecht naar Delft en laat de eerste notaris die zij ziet een verklaring opmaken over haar zoon Cornelis, die in het huis van Taarling was opgesloten wegens drankmisbruik. De oorlog met Frankrijk, Engeland en Munster had alle prijzen naar grote hoogte gejaagd en zij verklaart dat zij de kosten van het confinement van Cornelis niet meer kan opbrengen. Ze is niet van plan daarvoor nog een cent uit te geven, ook omdat haar zoon, die markt­schipper was van Dordrecht op 's-Gravenhage, intussen van zijn drankzucht genezen lijkt te zijn. Notaris Testart van Hasselt maakt de akte op en gaat met twee getuigen naar de Vlamingstraat, waar hij de tekst op de stoep voorleest aan Harmannus Taarling.
In zijn antwoord houdt die zich op de vlakte, wat ook genoteerd wordt. Het is onbekend hoe deze zaak is afgelopen. Wel wekt deze akte de indruk dat Harmannus zijn familie in Dordrecht wist in te schakelen voor het werven van klanten aldaar.

 

Aankoop hoekhuis
Harmannus Taarling, die op tweede kerstdag 1662 in Delft was getrouwd, krijgt een groot gezin, want er worden tot 1686 niet minder dan dertien kinderen geboren. Vier overlijden jong en de overigen (vier zoons en vijf dochters) worden allen volwassen. Hun ouders hebben voor het grote gezin ruimte nodig en Harmannus koopt op een gegeven moment het complex op de hoek met de Oosterstraat – dat zijn Vlamingstraat 111 en Oosterstraat 25. Er zijn aanwijzingen dat Vlamingstraat 107 daarna gebruikt wordt als hoofdgebouw van het verbeterhuis en dat bet gezin naar de hoek verhuist. Maar ‘de hoek’ was geen onderdeel van het verbeterhuis.
Op 20 mei 1689 laat het echtpaar bij hen thuis een nieuw testament opmaken, omdat Maaike van Catersveld sieckelijck van lichame is. Zij is dan al zo verzwakt dat zij niet meer een duidelijke handte­kening onder het testament kan zetten en overlijdt zeer kort daarna. Op 24 mei wordt zij in de Nieuwe Kerk begraven.
In de volgende maanden bleek dat de financiële administratie van het verbeterhuis, waarschijnlijk de verantwoordelijkheid van de vrouw des huizes, nogal verwaarloosd was. Het kost­geld voor geconfineerden was soms jaren achtereen niet geïnd en er was een berg aan onbetaalde reke­ningen. Daar waren ook belastingen onder, want men hoefde die meestal niet prompt te betalen. Voor de meeste kreeg men pas na drie jaar een aanmaning, die dan wel snel voldaan moest worden. Een familie van een geconfineerde had een schuld van meer dan 2000 gulden. Bij anderen was de schuld opgelopen tot vele honderden guldens. Dat waren in die tijd grote bedragen.

 

Zoon wordt curator
Dit is een verdere aanwijzing dat Harmannus Taarling met andere activiteiten geld als water verdiend moet hebben, want anders had hij we] beter toezicht gehouden. Er wordt besloten, wellicht op aandrang van de Magistraat van Delft, dat de oudste zoon Anthonij, bierbrouwer in brouwerij De Starre aan het Noordeynde, vanaf 1 januari 1690 op zal treden als curator en de financien zal saneren. Er is geen bewijs gevonden dat de Delftse magistraat zich hiermee heeft bemoeid, maar dat ligt wel voor de hand. Het verbeterhuis was van belang voor de economie. Het had veel personeel is dienst en was een goede klant van middenstand en boeren.

 

Langdurige klus
De sanering van de financiële administratie van het verbeterhuis bleek een langdurige klus te zijn, die de oudste zoon drie jaar en drie maanden bezighield. Pas eind maart 1693 sloot Anthonij Taarling zijn taak als curator af en liet hij, waarschijnlijk in overleg met zijn vader, een notariële akte opmaken waarin hij rekening en verantwoording aflegt. Op 19 september 1693 vervoegen vader en zoon zich ten kantore van notaris Pieter Coel te Delft om de akte te ondertekenen samen met Mr. P. Durven, notaris en procureur te Delft, en nog een stadgenoot als getuigen.
Waarschijnlijk geeft de keuze van collega Dur­ven aan dat notaris Coel geen enkel risico wilde lopen, want het ging om een bedrag van meer dan veertigduizend gulden, toen een enorme som. Vader Harmannus verklaart dat hij de Akte heeft gelezen en goedkeurt, waarop vader en zoon, de getuigen en de notaris hun handtekening zetten. De zoon belooft dat hij alle documenten die hij voor zijn werk heeft gebruikt, aan zijn vader zal teruggeven.
De akte geeft een precies inzicht in het financiële reilen en zeilen van het gezin Taarling en van het verbeterhuis. Het was duur om in het verbeterhuis te wonen. Het opsluiten van een familielid kostte al gauw 75 gulden per kwartaal, driehonderd gulden per jaar. Familie betaalde apart voor kleding of wijn bij het eten. De kastelein kocht dat zelf in om te voorkomen dat er vijlen of andere vluchtmiddelen werden binnengesmokkeld.
Soms logeerden er ook “hotelgasten” die liever niet in een herberg wilden slapen. Zij betaalden minder.
Ook het schoolgeld dat voor twee dochters Taarling, op een internaat in Wassenaar, moest worden betaald was 300 gulden per jaar. Dat was veel. Gebruikelijk in die tijd was 14 gulden. Voor een uitstapje werd ruim vijf gulden genoteerd: voor koetsier ‘Jan Hooger­scheijd,  uitrijden met de meijdens’. Het kant voor trouwjurk van dochter Anna Taarling, huwelijk met de Delftse apotheker Tobias Bres, kostte bijna honderd gulden,.
Tussen 1690 en 1693 werden rekeningen betaald voor bouwmaterialen, metsel­werk, timmerwerk, het maken van dakgoten, de aanschaf van stoelen en dergelijke. Wellicht voor een nieuwe eetzaal die in de 18de eeuw aanwezig blijkt te zijn.  
Lees meer over deze notariële akte van 1693

   
Lex Verbraeck † 17 maart 2011  
   
nadere informatie over Vlamingstraat 107  
laatste wijziging 01-04-2011  
   

Vlamingstraat 107, deel 1 De Drie Taarlingen, verbeterhuis voor ‘zwarte schapen’ in de familie
Vlamingstraat 107, deel 3 Derde generatie Taarling treedt aan
Vlamingstraat 107, deel 4 Rijke buurman koopt de Taarlingen