Hippolytusbuurt 8
www.achterdegevelsvandelft.nl

Ooit brouwerij De Candelaer en winkel van Sinkel

NB: Klik op de afbeeeldingen voor een vergroting.

Hippolytusbuurt 8 was ooit een brouwerij. Inmiddels heeft het pand al een eeuw lang een horeca-functie. In het register voor Rijksmonumenten staat het te boek als ‘zwaar gerestaureerd’. Dat verwijst naar de voorgevel die in 1948 compleet nieuw gebouwd is in retro stijl, inclusief namaak 17e-eeuwse luifel. De achtergevel is zo’n 70 jaar ouder. Maar tussen die beide gevels is de constructie van het huis nog vrijwel ongeschonden zoals het kort na de grote stadsbrand van 1536 is herbouwd. Ze bestaat uit twee balklagen van eiken moer- en kinderbinten en een heel bijzondere houten zolderkap. Die kap is in de loop der eeuwen hier en daar ontzet en plaatselijk verstevigd, maar verder nog helemaal in de staat zoals hij na de brand is gebouwd met een opvallend allegaartje aan onregelmatig verzaagd hout waaraan de toenmalige schaarste aan bouwmateriaal is af te lezen.

Aanbouw boven de poort
Aan de zijkant van het huis zit een poortje dat tegenwoordig toegang geeft tot het restaurant. Daarboven bevindt zich een uitbouw van het huis, die al moet dateren uit de 17e eeuw. De poort daaronder heeft 150 jaar lang geen deel uitgemaakt van het eigendom van het huis. Omstreeks 1835 is ze verkocht aan de eigenaar van het pakhuis erachter. Pas sinds de opheffing van het postkantoor eind jaren ’80 van de vorige eeuw is het weer met het eigendom van het huis verenigd. In dezelfde tijd is ook restaurant De Pijpenla ernaast (nr 10) in handen gekomen van de dezelfde eigenaar. Tussen beide panden is vervolgens een doorbraak gemaakt.

Brouwerij
Sinds de brand van 1536, en wellicht ook al daarvoor, was hier tot 1608 brouwerij De Candelaer gevestigd. Tot 1560 was Simon Jansz de brouwer, daarna 48 jaar lang Dirck Vincenten van Schapensteyn.
De brouwerij was destijds veel groter dan het huidige huis. Als Van Schapensteyn in 1608 zijn einde voelt naderen - in een tijd dat veel brouwerijen in Delft ermee stoppen - houdt hij grote uitverkoop. Het huis aan de Hippolytusbuurt verkoopt hij voor fl 4.400 aan brouwerszoon Jan van der Wel, die er een apotheek begint. De gebouwen van de brouwerij daarachter, die uitkomen op de Papestraat, verkoopt hij apart voor fl 3.000 aan een driemanschap onder wie timmerman Jan Willemsz en bakker Cornelis Hartma, die het een andere bestemming gaan geven, zoals in die tijd veel brouwerijen werden ontmanteld. Kort daarop verkoopt Van Schapensteyn nog twee huisjes in de Zeepsteeg, waarin kennelijk personeel van zijn bedrijf had gewoond en overlijdt in 1610.
Toch is er in het huidige huis nog steeds het een en ander uit de tijd van de brouwerij terug te vinden. Aan de achterzijde van het huis is uit die tijd nog een smallere uitbouw, die oorspronkelijk geen verdieping had en waarvan de balken in de oude zoldervloer opvallend haaks liggen op die van voorhuis. In die oude zoldering zat een groot open rookgat, dat lijkt te wijzen op een stookplaats van de brouwerij. In de 19e eeuw is die aanbouw opgehoogd met een verdieping.
Een ander overblijfsel van de brouwerij is het zogenoemd ‘spreidsel’ waarmee de kieren tussen de vloerdelen op de zolder van het voorhuis zijn dichtgemaakt. Dat was niet uit luxe-overwegingen, zoals elders, maar vermoedelijk om te voorkomen dat het graan dat daar lag opgeslagen door de kieren naar beneden liep.

Apothekerswinkel
De nering van opeenvolgende pillendraaiers houdt het hier vervolgens ruim een halve eeuw vol. Zowel Van der Wel als zijn opvolger Isebrandt van Bijlant zijn meerdere malen hoofdman van het St. Nicolaasgilde van winkeliers. In 1654 krijgt Van Bijlant vergunning om een kelder aan te leggen onder de stoep van zijn huis. Die kelder, waarvan het luik in de stoep links van de voordeur nog op een tekening van een eeuw te zien is, is waarschijnlijk bij de ‘restauratie’ dichtgegooid.
Van Bijlant had niet alleen voor zijn handel een kruidentuin aan de Buitenwatersloot, maar ook een nevenverdienste in de handel in ossen voor de slacht. In 1657 blijkt hij ‘fugatief’, dat wil zeggen met de noorderzon vertrokken onder achterlating van schulden. Het huis wordt dan op last van het Gerecht verkocht. Koper is apothekersgezel Daniel Pietersz de Berch, wiens oom zilversmid Daniel Jacobsz de Berch voor hem borg staat. De apothekerszaak staat dan enige tijd op naam van Daniel Montanus. Of dat een artiestennaam is van De Berch, of een leermeester die hij heeft ingehuurd om het gilde tevreden te stellen, is niet duidelijk.

Huis vol boeken en schilderijen
In de jaren ’60 van de 17e eeuw wordt het huis een jaar of vijf winkel en werkplaats van zilversmid Willem Brugman, die hier in 1666 overlijdt. Hij was enkele jaren keurmeester en deken van zijn gilde. Zowel Museum Prinsenhof als het Rijksmuseum hebben nog werk van hem.
In 1668 komt het huis in bezit van koopman Jacob van Schagen, die hier tien jaar later zou overlijden. Hij is zeer vermogend, maar met welke handel hij al dat kapitaal verdient is onduidelijk. Hij is getrouwd met de dochter van notaris en kunstverzamelaar Willem de Langue (zie Markt 74), die nog lang het huis blijft bewonen. Als zij in 1691 door 16 dragers naar haar graf in de Nieuwe Kerk wordt gedragen, blijkt het hele huis van onder tot boven vol te hangen met schilderijen en ook flink gevuld met boeken. Lees hier meer over de inboedel en schilderijen van deze Margaretha.
De uitbouw boven de poort lijkt toen al aanwezig. Dat zal ook de reden zijn dat de poort niet apart staat vermeld in het register van het Kadegeld van 1667, zoals andere poorten.

Banketbakkerij en slijterij
Rondom 1700 is in het pand een banketbakkerij gevestigd. Een halve eeuw later is het een slijterij van sterke drank en wijn. De uitbater, Gerrit/Gerard Bruno, is een immigrant uit het graafschap Lingen, die zijn vrouw, Dina van Balen, in Breda heeft opgescharreld. Bij hen in huis woont in 1749 ook Michiel van Baelen (zo te zien een zwager), die in een belastingregister beschreven wordt als ‘vlugteling’, die bij de eerste gelegenheid weer verterkt.
Eigenaar van het huis is in die tijd Wijnand van Kerssen, koffiehuishouder op de Wijnhaven (nr 14). Diens zoon Aernout van Kerssen neemt in 1768 hier de kroeg annex slijterij over volgens een contract met zijn moeder, die inmiddels weduwe en huisbaas is.
Vermoedelijk zal omstreeks die tijd de oorspronkelijke trapgevel veranderd zijn in de modieuzere klokgevel met een hijsbalk boven het venster van de bovenste verdieping, zoals op foto’s van voor 1948 nog te zien is.

Schuldeisers
In 1775 wordt de zaak verkocht aan Jacob van t Hoff. Deze Van t Hoff wordt jarenlang achtervolgd door schuldeisers. In de notariële archieven zijn meer dan twintig vorderingen te vinden van leveranciers van de ‘winkel’ die hun rekeningen niet betaald kregen. Daarbij worden ook zowel Van ’t Hoffs eerste als tweede vrouw als winkelhoudsters met name aangesproken. Of het daarbij nog steeds om handel in alcoholica gaat, is niet helemaal duidelijk. Uiteindelijk wordt de zaak bij executie verkocht.
Na de gedwongen verkoop komt het pand in handen van een koopman uit Rotterdam, die het gaat verhuren. Als het pand in 1794 weer in de verkoop komt, draagt het niet langer de naam voorheen De Kandelaar, maar heet het ‘Het Haagse Veerhuis’. Hetgeen toch ook naar drank riekt. De koopprijs is 900 gulden, meer dan zes maal zo weinig als het huis in de 17e eeuw opbracht. Mogelijk was het pand niet meer in zo’n erg beste staat, maar de lage prijs is toch vooral te wijten aan de zeer beroerde woningmarkt en economie rond 1800.

Winkel van Sinkel
Van 1803 tot 1840 drijft Jacob van der Tas hier 37 jaar lang een ‘negotie in bijouteriën en galanteriewaren’. Ook dat was geen succesformule. Als hij in 1840 overlijdt, blijken zijn schulden tweemaal zo hoog als zijn hele boedel waard is. De weduwe moet dan ook gebruik maken van haar recht om de nalatenschap te weigeren. Ter gelegenheid daarvan wordt de winkle tot in de kleinste details beschreven door de notaris. Het blijkt een ware Winkel van Sinkel waar van alles te koop is: vingerhoeden, theelepeltjes, spelden, kammetjes, tandenborstels, snuifdozen, brillenkokers, horlogekettingen, centuurgespen, kurkentrekkers, scharen, inktkokers, potloden, lucifers, oorbellen, lampenkappen, bretels, knopen, speelkaarten, damborden, verfdozen, een toverlantaarn, heel veel poppen, 40 doosjes met tinnen soldaatjes, een Ark van Noach, een kanonnetje, een stoomboot en 20 vishengels.
Bij de verkoop van het pand die erop volgt, wordt speciaal de ‘bijzonder goede kelder’ aangeprezen. De ruimte zou zeer geschikt zijn voor het opslaan van koopmanschappen. Om wat bij te verdienen heeft Van der Tas de bovenvoorkamer van het huis voor 70 gulden per jaar verhuurd aan ene mejuffrouw Maria Jacoba Roodenburg. Ook was hij een paar jaar eerder gezwicht voor het aanbod om het poortje naast zijn huis apart te verkopen aan de eigenaar van het pakhuis daarachter.


Het drama van de winkel van Van der Tas. Boven in de Rotterdamse Courant van 20 oktober 1840 en daaronder in die van 24 december.

Behangerszaak en horlogemakerij
De nieuwe eigenaar in 1840 is kamerbehanger Hendrik Kloek (voor inmiddels fl 2.000). Of hij zelf de zaak betrokken heeft, is de vraag, want enige jaren later blijkt horlogemaker Gerrit de Haak er huurder. Daarna komt het pand een paar jaar in handen van winkelier Jan Ashmann, die een deel van zijn huis verhuurt aan een Oost-Indisch ambtenaar.
In 1850 koopt opnieuw een kamerbehanger, Willem Paerels, het huis om er wel zijn bedrijf te vestigen. Hij heeft een goed lopende zaak en weet daarmee heel wat onroerend goed in Delft te verwerven voor de verhuur. In 1852 laat hij een steiger oprichten om het huis op te knappen, waarbij mogelijk de aanbouw boven de poort ook is vernieuwd.

Koffie, tabak en meubelhandel
Eind 1863 verhuist Paerels naar nr 31 aan de overkant van de gracht en verkoopt de winkel aan Louis Frije onder het beding dat er de komende 25 jaar geen tapijten en behangsels verhandeld mogen worden. Frije begint er een zaak in tabak en koffie & thee en laat daarvoor in het pand een eest en een fornuis aanbrengen. Een jaar later vertrekt hij echter alweer naar Rotterdam en verkoopt de winkel voor fl 5.000 aan de vrouw van Adriaan van Loenen. Zij opent er een meubelzaak.


Delftsche Courant, 3 maart 1876.

Rechts:
Kennelijk werd er ook een kamer verhuurd.
Delftsche Courant, 5 oktober 1886.

Delftsche Courant, 2 december 1887.

Opnieuw banketbakkerij
In 1880 opent Hendrik de Groot hier opnieuw een banketbakkerij. Vermoedelijk vernieuwt hij in die tijd de achtergevel en bouwt een verdieping boven het smallere achterhuis. Omstreeks 1910 vernieuwt hij de winkelpui in een sobere Art-Nouveau-stijl. Acht jaar later neemt zijn gelijknamige zoon het bedrijf over. Hij heeft radicale plannen met de bakkerij. In 1922 krijgt hij vergunning om de begane grond te verbouwen tot ‘melksalon’ en ‘vergaderzaal’. Een fraai gedetailleerde deur binnen resteert daar nog van.


Tekening uit 1924 van de lunchroom door Jan Heesterman. Collectie Stadsarchief. Zie ook het kelderluik links in de stoep.

Het huis omstreeks 1900. Foto Album Van Hagen, Trésor TU Delft.

Van melksalon tot boudoir
Vanaf 1922 is hier sindsdien een horeca-zaak gevestigd, waarvan de uitbaters elkaar is steeds hoger tempo opvolgen. Van 1926 tot 1942 draagt het etablissement de naam “Lunchroom Central” en wordt achtereenvolgens gedreven door Bart Remmerswaal en Johan Kerdijk. In 1942 maakt Bernard van der List, de schoonzoon van Kerdijk er Restaurant “Klein Central” van. Zij zijn geen van allen eigenaar van het pand, maar pachter van bierhandelaar Post, die de zaak in 1926 had aangekocht.
In 1947 kan Van der List het restaurant van de erven Post kopen en besluit tot de rigoureuze verbouwing onder inspirerende leiding van ‘restauratie-architect’ G. Gebben. In die tijd moet zijn zaak het hebben van bruiloften en partijen, maar vooral ook van bedrijfsbijeenkomsten, cursussen en vertegenwoordigers op doortocht. Ook is Van der List erg actief in het plaatselijke verenigingsleven. 


Prentbriefkaart van café-restaurant “Klein Central” omstreeks 1960.

In 1967 neemt hotelier Johan Smits de zaak over en doopt hem om in Café-restaurant “Oranjehof”. Ook hij is zeer in zijn nopjes als de (inmiddels al lang verdwenen) grootgrutter De Gruyter de zaak voor personeelswervingen afhuurt. De toeristenstroom moet in die tijd nog op gang komen en voor Delftenaren is buitenshuis eten dan nog alleen iets voor een 25-jarig huwelijksfeest.
De afgelopen veertig jaar is op dat punt veel veranderd. Sindsdien ging de zaak respectievelijk door het leven als restaurant “De Linden”, “Marimba” en “Le Mariage”. Na een brand in 2017 en daarop volgende verbouwing is het restaurant kort voor de corona-periode omgetoverd in “Boudoir Le Mariage”.


Advertentie. Telegraaf 20 maart 1964.


E. van Bijsterveld toont zijn restaurant De Linden in 1989. Foto Ton Kerklaan/ Stadsarchief.

Mexicaans restaurant Marimba in 1992.
Foto Ton Kerklaan/ Stadsarchief.
 

Het team van Boudoir Le Mariage in coronatijd. Foto website van het bedrijf.


Recente aanblik van de gevel (na de brand in 2017).


Een schets van de voorgevel voor de ‘restauratie’
van 1948. Linksonder een kelderraam.
Tekening H. Rosse, 1942.


De oude zolderkap, gezien naar de achtergevel. Foto Gertjan van der Harst.


De positie van de moer- en kinderbinten ingetekend op de plattegrond van de eerste verdieping.


Het huis op de kaart van de oudste opmeting voor het kadaster uit circa 1825. Het poortje 188 onder de bebouwing hoorde kort daarna niet meer bij het huis.



Een van de drie zilveren kandelaars die Willem Brugman maakte in opdracht van Gerard Meerman en Agneta Deutz. Collectie Rijksmuseum, bruikleen van het Deutzenhofje.

De registratie van Brugman met zijn merkteken op een koperplaat van het Delftse gilde van goud- en zilversmeden.

Contract waarmee Gerrit Bruno in 1743 het recht kreeg een slijterij te beginnen.

KLM-huisje nr 36 naar model van Hippolytusbuurt 8.



Delftsche Courant, 11 december 1863.


Delftsche Courant, 24 mei 1864.


Verkoopadvertentie. NRC, 18 mei 1865.


Verkoopadvertentie. Delftsche Courant,12 juni 1926.


Trouw, 5 maart 1949.


Op marktdag begin jaren ’60.





Kees van der Wiel


 
Nadere informatie over Hippolytusbuurt 8
Geplaatst: 31 januari 2022
 
 
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft