Huizen met een slavernijverleden

www.achterdegevelsvandelft.nl
Niet alleen vandaag, maar ook in het verleden kun je achter de gevels van Delft de hele wereld vinden. De stad had immers vele connecties met onze koloniën. In de eerste plaats natuurlijk via de VOC, die tal van stadgenoten aan de voorname grachten rijkdom bracht. Daarna hield in de 19e eeuw de opleiding tot koloniale ambtenaren achter de gevel van Oude Delft 69 de banden warm met ‘onze’ Gordel van Smaragd. Dankzij de roman ‘De zwarte met het witte hart’ van Arthur Japin is inmiddels ook het verhaal van de twee Ghanese prinsjes vrij bekend. In 1837 werden zij in Oude Delft 161 op kostschool gestuurd als onderpand voor de levering van Afrikaanse slaafgemaakten voor het koloniale leger in Indië.
Maar ook elders op de aardbol bliezen Delftenaren hun partijtje mee. Zo verhandelde kruidenier Gerrit de Graeff van Brabantse Turfmarkt 93 in de Gouden Eeuw in Brazilië ‘negros’ uit Angola in ruil voor suiker.
Gekleurd huispersoneel uit den vreemde was vroeger in Delft ook geen onbekend verschijnsel. Veel daarvan blijft in de archieven onder de radar. Een uitzondering daarop is Wange van Bali die in 1866 zijn levensverhaal optekende hoe hij ooit als 10-jarig jongetje in Soerabaya werd gekocht door zeeofficier Jan Hendrik Baggelaar en meegenomen naar Delft. Achter de gevels van Breestraat 1 werd hij grootgebracht in hetzelfde gezin waarin ook de latere wereldreizigster Mienette van der Chijs opgroeide. Wange kwam overigens oorspronkelijk niet van Bali, maar van het eiland Flores.
Niet minder opmerkelijk is het verhaal van de 24-jarige vrouw die in 1794 in de Remonstrantse Kerk gedoopt werd als Maria Zara Johanna Niabi. Zij was ooit geboren in Zoogwoin in het Afrikaanse Guinée en als slavin in de kolonie Demerarij in het huidige Guyana (naast Suriname) verkocht aan plantagehouder Christoffel Hecke, wiens vrouw en kinderen destijds tijdelijk in Delft bivakkeerden. De familie weigerde haar te laten dopen in de Hervormde Kerk. De dominee van de Remonstrantse Kerk en zijn vrouw vonden dat onchristelijk en doopten haar demonstratief in hun eigen kerk. Als statement lieten zij dat vastleggen in een prent. Daarnaast documenteerden zij haar verhaal in het doopboek.
De familie Hecke had kort tevoren in Demerarij bange tijden doorgemaakt tijdens een heftige slavenopstand in 1789, die een jaar duurde. Toen de pater familias in 1802 op zijn plantage overleed, sloot de weduwe een contract met haar kinderen waarbij zij afstand deed van haar rechten op de plantages in ruil voor een oudedagsuitkering. Daarop reisde zij voor de tweede keer af naar Delft om haar oude dag achter de gevels van Oude Delft 134 te slijten. Wel bedong zij opnieuw “twee negerinnen, een negerjongen en een mulattin” naar Holland te mogen meenemen. Van hen is verder echter weinig spoor in de archieven terug te vinden.
Hoofdkwartier van de handelaren in slaafgemaakten was van 1639 tot 1670 het dubbele pand Lange Geer 24-28.

Zie voor meer onderstaande adressen:

- Breestraat 1
- Brabantse Turfmarkt 93
- Koornmarkt 32
- Koornmarkt 42
- Koornmarkt 75
- Koornmarkt 111
- Lange Geer 24-28
- Oosteinde 135
- Oude Delft 126
- Oude Delft 134
- Oude Delft 139-141
- Oude Delft 161
- Vlamingstraat 44



Portret van Wange van Bali (Rijksmuseum)




De slavenmarkt in Recife (Brazilië), een waterverfschilderij van Zacharias Wagenaer van omstreeks 1640, Kupferstich-Kabinett, Dresden.




Prent van de doop van Maria Zara Johanna Niabi, gedrukt als statement dat ook slaafgemaakten als volwaardige schepselen Gods beschouwd dienen te worden.

Geplaatst: 4 juli 2023 / Laatste wijziging: 17 juli 2024
 
 
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft