Markt 11
www.achterdegevelsvandelft.nl
Stadswaag, fietsenstalling, theater, nu café-restaurant
Kort luisterverhaal op Omroep Delft Radio
door Djoeke Hooijmeijer (6-3-2024)
Het Waaggebouw aan de Markt is een opvallend pand. Om te beginnen al vanwege de enorm grote deuren in de voorgevel, die nog steeds aanwezig zijn. Die stonden vroeger open om handelaren met grote vrachten, die gewogen moesten worden, makkelijk binnen te laten. Ook nu staan ze open, maar zijn de deuropeningen afgeschermd met glas, waarachter de cafébezoekers een glaasje drinken of een hapje eten.

Ook de plaats van de Waag  is bijzonder, aan het smalle deel van de Markt, pal achter het stadhuis. De achterkant van het gebouw staat met zijn voeten in het water van de Wijnhaven. Ernaast is een smalle steeg, een doorgang van de Markt naar de Wijnhaven met een oude, kleine voetgangersbrug over de gracht. In de achtergevel vlak boven het water zijn grote gevelopeningen met bogen, die vroeger werden gebruikt voor het lossen van vracht, die per boot werd aangevoerd.  Er kwam heel veel per boot, zoals turf, vee, pluimvee, groenten, boter, kaas. Ten behoeve van deze schepen zaten in de achtergevel dus ook ‘deuren’. Nu zijn het ramen geworden.

Eerste stadsrecht
Het recht om een waag te bezitten was een van de eerste stadsrechten die Delft in de middeleeuwen verkreeg. Volgens een stedelijk keur (verordening) waren handelaren verplicht om producten die per gewicht werden verhandeld en zwaarder waren dan 10 pond in de stadswaag te laten wegen. Daardoor werd een eerlijke handel bevorderd, wat onmisbaar was voor Delft als markt- en handelsplaats.

De heffing van waaggeld, een stedelijk accijns, betekende bovendien een bron van inkomsten voor de stad. Met het woord waag (op verschillende manieren geschreven als waeghe,waech enz.) werd in eerste instantie een weeginstrument bedoeld, maar later ook het waaghuis waar het toestel zich bevond. Er werd gewogen met een opgehangen twee-armige balans met twee waagschalen (waar ons woord weegschaal van is afgeleid).


NB: Klik op de afbeeldingen voor een vergroting

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Bij de achtergevel is goed te zien dat twee
huizen werden samengevoegd.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Omstreeks 1730 maakte D.J.Bulthuys deze prent
van de Waag. Toen waren ook aan de Marktzijde
duidelijk  twee panden herkenbaar.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Deze gevelsteen in de achtergevel geeft aan dat
bovendien de artsen en apothekers hier
vergaderden.

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Detail Kaart Figuratief. Rechts
van het steegje de twee
Waagpanden.
De situatie zoals die nu is,
onveranderd.
De Waag staat met zijn achtergevel, bij de brug, in het water van de Wijnhaven.

Uitbreiding en modernisering
Vermoedelijk pas na de stadsbrand van 1536 werd de Waag op de huidige plaats in gebruik genomen in een overigens “gewoon” huis half zo breed als de huidige waag, dat van grote deuren op de begane grond werd voorzien.
In 1644 werd de Waag uitgebreid met het buurhuis waarbij onder andere de tussenmuur op de begane grond voor een deel werd vervangen door een open houten constructie met een zware vrijstaande kolom of ‘standvink’. Na de uitbreiding was er plaats voor een nieuwe grote balans. Deze is gedateerd 1647, en is nog steeds in de Waag aanwezig.
Alleen op de begane grond werd gewogen. De bovenverdieping werd verhuurd aan particulieren. Het voorste gedeelte van de verdieping werd sedert 1674 gebruikt door het gilde van de goud- en zilversmeden. Het andere gedeelte werd in 1767 in gebruik gegeven aan het Collegium Medico Pharmaceuticum, het apothekers- en artsengilde, waaraan de gevelsteen in de achtergevel, nog steeds herinnert.

Ambachtslieden
Hoe groot het gilde van de goud- en zilversmeden in Delft was is niet helemaal duidelijk. Uit de gildeboeken in de periode tussen pakweg 1570 en 1800 zijn er 236 ‘meesters’ bekend, en ruim 300 leerjongens. Per jaar werden één, twee of drie nieuwe meesters beëdigd. Voor 1650 hoorden ze tot de toonaangevende burgerij, daarna werden ze vooral als ambachtslieden gezien. In de gildeboeken komen veel dezelfde namen voor (Van Dijck, Van den Ende, Van Renssen), omdat het vak overging van vader op zoon.

Het gilde kwam in financiële problemen toen de Staten van Holland een rechtzaak aanspanden, omdat Delftse goudsmeden een onjuist goudgehalte hanteerden. Het proces duurde jaren, de advocaten waren duur. In 1735 wordt vermeld dat het gilde eindelijk van zijn schulden af is. Pas na 1750 gaat het echt beter en kan er weer worden gefeest. Een kassaldo ging soms helemaal op aan eten en drinken op 1 december, de dag van Sint Eloy, schutspatroon van de goudsmidsgilden. Dat staat ook in het “Recken-boeck”.

Zeven stoelen, vier kwispedoors
In 1770 wordt een nieuwe gildekamer in de Waag in gebruik genomen. Voor de inrichting werden aangeschaft: zeven stoelen, een tafel met een kleed, een spiegel, een tinnen inktkoker met lak, ouwels en pennen, een tabakskomfoor, vier kwispedoors, een wateremmer, een vuilnisblik, een vloervarken en een bezem, een hangende bel met een veer, een ton voor zand, verder een dozijn theegoed met een trekkan, melkkan, spoelkom en een suikerpot. Dat kostte alles bij elkaar ruim 47 gulden. In oktober 1771 was er een ontvangst met burgemeester Dedel en andere notabelen om voor het eerst in de nieuwe gildekamer te dineren. Dit ‘grapje’ kostte 36 gulden. Een aantal weken later werd nog eens 15 gulden besteed aan het jaarlijkse vismaal op Sint Eloy voor alle gildenleden. Het was kortom een vrolijke boel bij dat gilde.

Oude medicijnen
Het Collegium Medico Pharmaceuticum dateert van 1682, en vloeide voort uit een nieuw reglement voor artsen en apothekers. Het oude dateerde van 1584. Het nieuwe reglement moest een eind maken aan ongewenste toestanden, zoals de verkoop door apothekers van veel te oude medicijnen. Er kwamen ook richtlijnen voor het maken van medicijnen. Bij bepaalde pillen hield het Collegium persoonlijk toezicht. Vanaf 1767 werd er in de Waag vergaderd. Bijvoorbeeld over een voorstel van zeven apothers om het aantal apotheken in Delft tot tien te beperken. Maar dat ging niet door. De doktoren zeiden: hoe groter de concurrentie, des te beter de kwaliteit van de medicijnen….


Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

In 1770 kreeg de Waag een nieuwe voorgevel. In het
fronton wordt de Waagfunctie uitgebeeld. Uit de
gevelsteen daaronder blijkt dat ook de gildekamer
voor de goud/ en zilversmeden hier was.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Het bruggetje naar de steeg naast De Waag. Op
de achtergrond het stadhuis. (Foto Wouter Stolk
1962. Collectie Gemeentearchief.)

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
De fietsenstalling in 1966. (Foto Van der Reijken,
collectie Gemeentearchief.)

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Interieur van het huidige café.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
De grote ´standvink´ die de open houten
constructie mogelijk maakt.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Een schilderij van De Waag
uit 1850, door  L.Roodenburg
vanaf de Boterbrug. Stadhuis
op de achtergrond.
Een 19e eeuws aquarel, ook
vanaf de Boterbrug.
Een sfeervol plaatje van Peter Odijk
uit 1938, met rechts het Stadhuis.
Alles Collectie Gemeentearchief.

“Stadsfabriek”
In 1770 werd het bovenste gedeelte van het Waagbedrijf gemoderniseerd volgens het ontwerp van de “stadsfabriek”(stadsbouwmeester) Nicolaas Terburgh, waarbij het duidelijk een gebouw werd. Terburgh kwam in 1760 naar Delft, in een overgangsperiode van de ene naar de andere bouwstijl. Barok en rococo verdwenen, en neo-classisisme (Lodewijk XVI) raakte in zwang. Al de eerste ontwerpen van Terburgh volgden de nieuwe mode. Met name valt dat te zien in de voorgevels, die hij ontwierp voor de Waag en het Boterhuis (een paar huizen verderop in hetzelfde rijtje). Middenrisaliet en fronton worden als ontwerp ‘bescheiden’ genoemd, maar karakteristiek voor de terugkeer naar het classisisme. In het fronton van de Waag bovenin de voorgevel wordt het wegen in de stadswaag uitgebeeld. Ook de gevelstenen voor de gildekamer van de goud- en zilversmeden en het Collegium zijn ontworpen door Terburgh. Onder de luifel is het 16e -17e  eeuwse  metselwerk nog herkenbaar.

Theater / Stadscafe
Na de Franse tijd werd de bovenverdieping voor verschillende doeleinden gebruikt.
Begane grond bleef als waag in gebruik tot in 1960 voor het laatst een partij kaas werd gewogen. Daarna werd er een fietsenstalling in ondergebracht.
Reeds rond 1960 werd gedacht aan een nieuwe bestemming als theater(studentencabaret).In 1963 werd de stichting “de Waag “ opgericht met als doel de Waag te gebruiken als theater annex bar, expositieruimte enz.  Sedert 1968 werd de Waag provisorisch zo gebruikt.
In de jaren 1973-1974 kreeg het pand bij een ingrijpende verbouwing zijn huidige inwendige vorm. De paal in het midden en de balans zijn vanwege de historische  waarde in takt gebleven.
De theaterfunctie verdween in 1995. Toen werd namelijk het stadstheater De Veste gerealiseerd. In 1999 werd de nieuwe bestemming stadscafe. Dat is het nu nog steeds: stadscafé De Waag.

Ontleend aan tekst van Wim Weve in Monumenten in Delft, aangevuld met andere gegevens.
 
Nadere informatie over Markt 11
Geplaatst:  2008 / Laatste wijziging: 6 maart 2024
 
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft